Al tientallen jaren is Marian Boerman een zeer gewaardeerde verschijning bij concoursen binnen de gemeente Tubbergen. Dat is ze nog steeds, ook nu ze haar taken als secretaresse op diverse fronten voor gezien heeft gehouden.
Al vanaf de jaren zeventig was ze actief voor Sint Joris. “Nadat mijn man Henny ziek werd ben ik al minder gaan doen en na zijn overlijden drie jaar geleden gestopt. Ook al omdat er door corona een paar jaar geen concours was. Daarvoor zat Henny in het bestuur als secretaris en penningmeester en was hij op veel fronten actief met de paarden, als trainer, ruiter, parcoursbouwer, instructeur en jurylid. Ik deed samen met hem vooral de financiën en het administratieve werk voor de club. Zo maakte ik notulen van vergaderingen. En bij concoursen was ik wedstrijdsecretaresse.”
“In die rol ben ik bij het CSI Twente begonnen in 1975, toen het concours voor het eerst internationaal werd. Ik werkte samen met onder anderen wijlen Milly Noë van de KNHS, een enorm leuke vrouw. Met Yvonne van Bergen, die later kwam, was zij een van mijn twee favorieten in al die jaren.”
Om de beurt schept een band
Over Sint Joris niets dan lof. “Een geweldige vereniging. Ik heb altijd het gevoel gehad dat iedereen goed overweg kon met elkaar. Alles kon er als er iets ter sprake kwam. Zelf heb ik jarenlang op vrijdag achter de bar gestaan, dat deden we om de beurt en dat schept een band. Als er activiteiten zijn, geef ik me altijd nog op.”
Diezelfde sfeer kende ze al vanuit haar jeugd toen ze lid was van Ons Genoegen in Rossum. ”Mijn vader had paarden en Johan Kleine Punte was mijn rijinstructeur. Vooral dressuurmatig en voor het maken van heel kleine sprongetjes. Dat laatste was niet echt wat voor mij. Ook Ons Genoegen was een mooie club, heel gezellig.”
Voor het concours van Sint Joris moet ze vanaf dit jaar naar de accommodatie van de BWG Stables in het nabije Tubbergen. “Ik probeer er geregeld naar toe te gaan. Het is fijn dat ze het ons toestaan daar nu ons concours te houden. Want het is prachtig daar, niets mis mee. Toch zou het nog mooier zijn geweest als we gewoon in Geesteren hadden kunnen doorgaan. Alles op het gebied van paardensport is nu zo’n beetje weg uit ons dorp en dat vind ik gewoon ontzettend jammer.”